HEEMSKERK - De rechtbank Noord-Holland spreekt een 74-jarige man wegens gebrek aan bewijs vrij van het plegen van ontucht met twee minderjarige jongens in zwembad de Waterakkers in Heemskerk. De rechtbank twijfelt aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de jongens.
Ontucht in zwembad
De man werd verdacht van ontucht met twee minderjarige jongens in zwembad de Waterakkers in Heemskerk, op 12 februari 2023. Hij zou seksueel getinte opmerkingen naar hen hebben gemaakt, ze in hun intieme zones hebben betast en zijn geslachtsdeel hebben laten zien. De jongens hebben vlak na de gebeurtenis aan hun pleegmoeder verteld wat er in het zwembad zou zijn gebeurd. Later hebben de jongens verklaringen gegeven in studioverhoren, begeleid door een deskundige. Volgens de officier van justitie zijn de verklaringen bruikbaar als bewijs. De advocaat van de verdachte pleit voor vrijspraak, omdat de verklaringen niet betrouwbaar zouden zijn. Dit onder meer omdat al voor de studioverhoren door hun pleegmoeder een gesprek was gevoerd met de jongens, waarin suggestieve vragen zouden zijn gesteld.
Onderzoek door rechtspsycholoog
De rechtbank heeft na de eerste behandeling van deze zaak in april 2024 in een tussenvonnis besloten dat een rechtspsycholoog de betrouwbaarheid van de verklaringen moest onderzoeken. De rechtbank kwam tot dat oordeel omdat de advocaat van de verdachte beide jongens niet zelf vragen heeft kunnen stellen over wat er in de kleedkamer van het zwembad zou zijn gebeurd. Volgens de rechtspsycholoog is het goed mogelijk dat de jongens een gedetailleerde verklaring hebben afgelegd die niet conform de werkelijkheid is en dat zij tijdens de studioverhoren hetzelfde hebben verklaard. Uit het dossier wordt niet duidelijk hoe het eerste gesprek met de jongens heeft plaatsgevonden. Er kan sprake zijn geweest van onderlinge suggestie (tussen de jongens) en suggestie door hun pleegmoeder. Volgens de deskundige zijn er aanknopingspunten dat de pleegmoeder suggestieve vragen heeft gesteld, die hun verklaringen konden beïnvloeden. Zo heeft de pleegmoeder verklaard dat ze de informatie echt uit de jongens moest trekken.
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de inhoud en conclusies van het onderzoek door de rechtspsycholoog twijfelt de rechtbank aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de jongens. Daarbij vindt de rechtbank van belang dat uit het dossier niet duidelijk wordt hoe het eerste gesprek over het incident heeft plaatsgevonden en dat beide jongens daarna in elkaars bijzijn door de politie zijn gehoord. De officier van justitie stelt dat de jongens snel hun verhaal verteld hebben en dat ze door hun beperkte verstandelijke vermogens niet goed in strijd met de waarheid konden verklaren, maar die argumenten vindt de rechtbank niet voldoende zwaar wegen. De rechtbank kan de verklaringen van de jongens dan ook niet gebruiken voor het bewijs. Omdat de verklaringen van beide jongens in deze zaak voor het bewijs van beslissende betekenis zijn, betekent dit dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde handelingen. De verdachte wordt daarom vrijgesproken.