HEEMSKERK - Een 23-jarige man krijgt 9,5 jaar gevangenisstraf voor het doodsteken van zijn vriend op 31 januari 2021 in zijn woning in Heemskerk. De verdachte deed dit onder invloed van de verboden harddrug LSD. De rechtbank Noord-Holland veroordeelt hem ook voor mishandeling van een andere vriend en het bezit van een verboden wapen. Daarnaast moet hij een schadevergoeding betalen van totaal bijna 90.000 euro.


Bad trip

Die avond had de verdachte thuis samen met 3 vrienden LSD gebruikt. Daarnaast had hij een joint gerookt en wodka gedronken. Hij belandde daardoor in een 'bad trip' en dacht dat zijn vrienden demonen waren, die hij zijn huis uit wilde werken. Toen zij niet allemaal weg wilden gaan, sloeg hij eerst een van zijn vrienden in het gezicht. Een andere vriend wilde hij naar buiten duwen. Toen dat niet lukte heeft hij een mes uit de keuken gepakt en hem tweemaal in de borst gestoken. Daarna sleepte hij de vriend naar buiten, gooide de spullen van zijn vrienden uit huis en ging op de bank televisie kijken. De vriend is aan de steekwonden overleden.

De verdachte heeft vlak na het incident bekend, maar twijfelde op zitting of hij degene was die heeft gestoken. Uit onderzoek naar de voetsporen, kleding van de verdachte en kleding van het slachtoffer blijkt dat hij degene was die heeft gestoken. De verklaringen van de verdachte en één van de vrienden bevestigen dit. Zijn advocaat vindt dat de verdachte moet worden vrijgesproken omdat hij onder invloed van LSD in een psychose was. Hierdoor ontbrak iedere realiteitszin en was hij niet meer in staat vrijwillig te handelen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de verdachte weliswaar een drugspsychose had, maar dat hij in enige mate bewust heeft gehandeld. Hij wist waar hij was en wat hij deed. Er is dus sprake van opzet op de dood van het slachtoffer. Ook oordeelt de rechtbank dat de verdachte vrijwillig en welbewust LSD gebruikte en dat hij wist dat er een risico was op een 'bad trip'. De verdachte is daarom volledig toerekeningsvatbaar en strafbaar.

Door zijn handelen heeft de verdachte zijn vriend het meest fundamentele recht ontnomen, namelijk het recht op leven. Daarnaast heeft hij diep en onherstelbaar leed toegebracht aan de nabestaanden. De ouders en zus van het slachtoffer hebben op invoelbare wijze verwoord wat het verlies voor hen en hun omgeving betekent. Het verdriet en gemis is enorm. De rechtbank realiseert zich dat geen enkele straf de pijn en het verdriet dat zijn overlijden heeft veroorzaakt kan wegnemen.

Voorafgaand aan de doodslag heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van een andere vriend. Daarmee heeft hij inbreuk gemaakt op zijn lichamelijke integriteit. Verder is bij de doorzoeking van de woning van de verdachte een luchtdrukwapen aangetroffen. Hiermee heeft hij de Wet wapens en munitie overtreden.

De rechtbank heeft 9,5 jaar gevangenisstraf opgelegd. Deze straf is hoger dan de eis van de officier van justitie, die ervan uitging dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was tijdens de strafbare feiten. Bij de hoogte van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en dat hij zal moeten leren leven met het besef dat hij verantwoordelijk is voor de dood van een vriend.

Schadevergoedingen

De verdachte moet aan de ouders van de doodgestoken vriend een vergoeding betalen van 20.000 euro per persoon voor de geleden immateriële schade. Zij komen volgens de regels niet in aanmerking voor de gevorderde vergoeding voor shockschade, omdat zij niet bij het incident aanwezig waren en ook niet onverwachts met het lichaam van hun overleden zoon zijn geconfronteerd. Dat neemt niet weg dat de rechtbank er zonder meer van uit gaat dat zij psychische gevolgen hebben ondervonden van zijn gewelddadige dood.

De vriend die een klap heeft gekregen krijgt wel een vergoeding voor shockschade van 20.000 euro omdat hij erbij was toen het slachtoffer werd doodgestoken. Daarnaast krijgt hij een vergoeding voor materiele schade van 27.703 euro.